Gebruik maken van slimme technologieën, zoals verkeerslichten die worden aangepast op basis van realtime verkeersstromen.

Investeren in een betrouwbaar, betaalbaar en uitgebreid openbaar vervoernetwerk om mensen te ontmoedigen om met de auto te reizen.

Aanmoedigen van carpooling en het delen van ritten via platforms en apps.

Subsidies en belastingvoordelen bieden voor EV’s, samen met investeringen in oplaadinfrastructuur.

Overschakelen op elektrische of hybride bussen en treinen.

Meer fietspaden, wandelroutes en voorzieningen voor actieve mobiliteit aanleggen.

Bevorderen van technologieën zoals waterstofauto’s en biobrandstoffen om alternatieven voor fossiele brandstoffen te creëren.

Onderzoek stimuleren naar innovatieve vormen van transport zoals hyperloops of vliegende voertuigen.

Gebruik van sensoren en IoT (Internet of Things) om realtime onderhoudsbehoeften te monitoren en efficiënt te reageren.

Samenwerken met de private sector om de financiële last van grootschalige infrastructuurprojecten te delen.

Investeren in onderzoek en regelgeving rond zelfrijdende auto’s, wat de verkeersveiligheid en efficiëntie kan verhogen.

Platforms ontwikkelen die mobiliteit coördineren, zoals MaaS (Mobility as a Service), waarbij gebruikers een enkele app kunnen gebruiken voor verschillende transportopties.

Tariefstructuren invoeren die rekening houden met lage inkomensgroepen.

Openbaar vervoer geschikt maken voor ouderen en mensen met een beperking, bijvoorbeeld door liften en rolstoelvriendelijke faciliteiten.

Bewustwording vergroten rondom veiligheid via educatieve programma’s.

Meer controle op snelheidsovertredingen en rijden onder invloed.

Samenwerking tussen landen versterken voor efficiëntere toeleveringsketens.

Internationaal beleid ontwikkelen om vervuiling door transport te verminderen.

Ontwerpen van steden waarin lopen, fietsen en openbaar vervoer de meest praktische opties zijn.

Bevorderen van thuiswerken en flexibele werkuren om de verkeersdrukte te spreiden.

Regeringen moeten een consistente en langetermijnvisie hebben voor transport, met focus op duurzaamheid.

Budgetten toewijzen aan baanbrekende transportoplossingen en start-ups in de mobiliteitssector.

Het openbaar vervoer moet zo worden ingericht dat de verschillende vervoersmiddelen complementair zijn. Het spoor zou zich idealiter richten op langere trajecten van minimaal 30 km per rit. Kleine stations kunnen worden gesloten, zodat het spoor zich concentreert op het verbinden van centrumsteden. Dit zou hogere frequenties en kortere reistijden mogelijk maken.

Bussen zouden kleinere centra moeten verbinden met de grotere spoorwegstations, terwijl stadsvervoer beter kan worden georganiseerd met kleinere, efficiëntere bussen. In daluren kan het aantal passagierstreinen worden verminderd, wat ruimte biedt om goederen, zoals containers, over het hele land te distribueren.

Een soortgelijke aanpak zou kunnen gelden voor lijnbussen, waarbij ze worden ingezet voor de distributie van winkelcontainers, pakjes en poststukken. Dit zou niet alleen vrachtverkeer op de weg verminderen, maar ook bijdragen aan hogere inkomsten om de operationele kosten van het openbaar vervoer te dekken.

Files op autosnelwegen leiden tot een toename van sluipverkeer op secundaire wegen. Om dit probleem aan te pakken, is het essentieel om autosnelwegen vrij van files te houden. Dit kan worden gerealiseerd door enerzijds een vaste snelheidslimiet in te voeren (zoals bij het vroegere blokrijden) en anderzijds het doseren van verkeer bij toeritten. Een korte wachttijd van één tot twee minuten bij de oprit kan vervolgens zorgen voor een filevrij en efficiënt traject op de autosnelweg.

Op autosnelwegen rijden vrachtwagens gemiddeld 80 km/h, terwijl auto’s bij vlot verkeer gemiddeld 110 km/h halen. Tijdens de spits bezetten vrachtwagens vaak één tot twee volledige rijstroken, waardoor de doorstroming voor andere weggebruikers aanzienlijk wordt beperkt. Een effectieve maatregel zou zijn om vrachtverkeer te weren tijdens spitsuren, wat de duur van de spits aanzienlijk zou verkorten.

Daarnaast is het belangrijk om op gewestwegen met een snelheidslimiet van 70 km/h dezelfde maximumsnelheid te hanteren voor vrachtwagens en bussen. Dit zorgt voor een betere verkeersdoorstroming en verhoogde veiligheid.