Artikel - Overzicht van het energie- en klimaatbeleid
Geplaatst op 04/09/2019 in geen categorie, Non classé @nl. |
Om chaos op onze planeet in de verre toekomst te vermijden, of te beperken, zijn nu een hele reeks maatregelen nodig. Zonder een geïntegreerd, bijna alles-omvattend beleid zal het niet mogelijk zijn de nodige maatschappelijke aanpassingen in te voeren. Volgend artikel tracht een beeld te geven van hoe breed het spectrum van maatregelen is. Op zoek naar een evenwicht tussen overheids-, burgers- en bedrijfsinitiatief, menen we dat de fiscaliteit onvoldoende wordt ingezet om de energie- en klimaatdoelstellingen te bereiken. Band tussen energie- en klimaatbeleid Energie- en klimaatbeleid vallen gedeeltelijk samen aangezien de belangrijkste energiebronnen (petroleum, aardgas, steenkool) koolstofdioxide uitstoten, en dat dit gas een broeikasteffect heeft. Het Akkoord van Parijs (COP21), van december 2015, heeft als doelstelling om de opwarming van de aarde tot 2°C te beperken, vergeleken met de pre-industriële temperatuur. Hiervoor moet o.a. snel een eind komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Gevolgen van de klimaatverandering Anderzijds kan men niet terug in de tijd, en kan men niet met zekerheid bepalen in welke mate de verwarming van de aarde te wijten is aan menselijke aktiviteit. Men moet zowiezo de gevolgen van de opwarming van de aarde beheren. Typische zorgpunten zijn de verhoging van het waterniveau van de oceanen, brutale meteorologie (met groter risico voor extreme stormen), desertificatie van een aantal wereldgebieden, volksverhuizingen, economische crisissen, enz. Hierbij komt ook een probleem kijken van rechtvaardigheid op wereldschaal: vaak zijn de slachtoffers van de opwarming van de aarde niet dezelfde landen als de “vervuilers”. De lage landen moeten dus afwegen of/hoeveel land ze zullen prijsgeven aan de zee, en hoe de overige gebieden worden beschermd. Gedurende de laatste 25 jaar neemt men een verhoging van het zeeniveau waar van 3,3 mm/jaar[1]. Als ook het ijs van Antarctica smelt, dan stijgt het zeeniveau met meer dan twee meter tegen het jaar 2100[2]. Tegen hevige stormen zal een heel nieuw maatschappelijk gedrag moeten onstaan: nieuwe “tornado-bestendige” architecturale voorschriften, aanpassing van de waterstaat om overstromingen te voorkomen, alarmprocedures voor tornado’s, vlotte evacuatieprocedures van de bevolking, enz. Welke maatregelen voor energiebeleid? Op het gebied van energie kunnen de beleidsmaatregelen sterk verschillen naarmate men te maken heeft met: elektriciteitsproductie of -consumptie, transport, huisverwarming, proceswarmte voor de industrie, enz. De beleidsinstrumenten om het energieverbruik te sturen, zijn typisch de fiscaliteit, of omgekeerd, de subsidiëring, de reglementering, de controle op de planning van investeringen, de opvoeding, de opinie-sturing, de diplomatie, enz. In België is milieu en energiedistributie een gewestelijke bevoegdheid, terwijl energievervoer en productie federaal blijft. Productie van “groene” energie gebeurt vaak op kleine schaal, waarbij de productie-eenheid aangesloten is op een distributienet. Dit is dan gewestelijke competentie. Twee grote streefpunten zijn de beheersing van energieverbruik, o.a. dankzij rationeel gebruik van energie, en de promotie van groene energie, ter vervanging van de klassieke energiebronnen (fossiele brandstoffen en kernenergie). De combinatie van de twee resulteert, in de woningsector, in “passieve woningen”, die dus niet meer energie verbruiken dan dat ze zelf produceren[3]. Planning van investeringen In België bestaat een wettelijk kader om de elektriciteitsproductie te controleren. De prospectieve studie elektriciteit werd vanaf het jaar 2000 door de CREG en nadien door de Federale Overheidsdienst Economie opgesteld om de bevoorradingszekerheid te waarborgen[4]. Daarnaast is de bouw van (grote) productie-eenheden of vervoersinfrastructuur onderworpen aan een specifieke vergunning. Eén van de grote dilemma’s betreft kernenergie voor elektriciteitsproductie. De politieke oriëntaties zijn niet lauter op technische gegevens gesteund zijn. Kernenergie heeft het voordeel geen broeikasgassen uit te stoten, en goedkoper te zijn dan vele andere energiebronnen. Keerzijde van de medaille is het risico voor incidenten zoals in Tchernobyl of Fukushima. Het beheer van het radioactief afval is een zorgpunt wegens de lange wachttijden eer de radioactiviteit “verdwijnt”. De aard van de kosten (veiligheidsmaatregelen, provisies voor ontmanteling) in de kernenergiesector, maakt het gevaar voor corruptie en nalatigheid groter. Dit motiveert een algemene vrees bij de bevolking. Als, bijvoorbeeld, de provisies voor de onmanteling van de kerncentrales door de electriciteitsproducent (zij het indirect) in zijn eigen bedrijf mogen aangewend worden, dan heeft men een goede reden bij de bevolking om de overheid te wantrouwen. Wij denken dat de overheid de beleidskeuzen beter zou moeten objectiveren. Dit houdt onder andere in dat een economische waarde wordt bepaald voor een mensenleven of voor een handicap. Dit laat toe om alternatieve opties tegen mekaar af te wegen. Deze redenering geldt natuurlijk niet enkel voor energie- of klimaatbeleid, maar ook voor verkeerszekerheid, levensverzekeringen, veiligheid allerhande. In een studie van Prof. Drèze van 2003 werd een economische waarde van een leven naar voren geschoven van rond de drie miljoen [5]. Zowiezo moet maximaal ingezet worden op groene energie. Een deel van electriciteitsproductie kan eventueel gedelokaliseerd worden, op zoek naar de beste natuurlijke omgeving. Zo kunnen bijvoorbeeld de Duitsers zonnepanelen plaatsen in de Sahara, als ze dat gunstig vinden. Om elektriciteit op lange afstanden te vervoeren gebruikt men in principe hoogspanningsleidingen voor gelijkstroom. Fiscaliteit De belasting op de vervuiling verdient een zekere voorkeur vergeleken met andere beleidsmaatregelen, omdat deze aanpak de marktwerking het minst verstoort en de burgers zoveel mogelijk vrij laat. De fiscaliteit geeft de economische signalen waarop de actoren hun gedrag zullen afstemmen. Deze aanpak vraagt doorgaans minder administratieve rompslomp dan de meeste andere maatregelen, en laat de mensen vrij om hun energieverbruik en/of –productie te optimaliseren. Aangezien de belastingen er toch moeten komen, kan men ze best gebruiken om een duurzame ontwikkeling in de hand te werken. In dat opzicht kan men maar betreuren dat de brandstoffen voor vliegtuigen en schepen vrijgesteld worden van belastingen. Dit is net het tegengestelde van duurzame fiscaliteit. Hetzelfde kan men zeggen over de fiscale voordelen voor bedrijfswagens, enz. Terloops gezegd: hoe goedkoper internationaal transport, hoe meer de industrie delokaliseert naar landen met lagere loonkosten. Van de luidop aangekondigde taxshift is weinig in huis gekomen. Nochtans is het een must: er moeten meer belastingen komen op milieuvervuiling en minder op arbeid. De helft van ons bruto nationaal inkomen gaat onder vorm van belastingen en heffingen naar de Staat. De Staat is dus de grootste economische speler, die kan doorwegen op marktevenwichten (vraag en aanbod). Onze maatschappij heeft te kampen met twee grote plagen: werkloosheid en milieuvervuiling. Met te weinig milieuheffingen wordt de vervuiling aangemoedigd. Te veel belastingen op de arbeid maken het moeilijker om mensen te werk te stellen, zodat de werkloosheid oploopt. Het protest van de gele hesjes is in Frankrijk uitgegaan van mensen die te sterk afhankelijk zijn van de wagen, en erger nog wanneer hun streek economisch ten onder is gegaan. De kunst van de politiek is aan te voelen hoe vlug de nodige omwentelingen kunnen gebeuren. De mensen moeten op tijd de nodige signalen krijgen om zich aan te passen. Overgangsmaatregelen kunnen nodig zijn voor mensen die bijzonder kwetsbaar zijn voor bijvoorbeeld een taks-shift. Financiering Wanneer de fiscaliteit correct is, heeft men minder behoefte aan subsidies allerhande, bijvoorbeeld voor de plaatsing van zonnepanelen. In België is één van de grote subsidieposten de steun aan windmolens in de Noordzee. Vaak worden de subsidie verdoken onder vorm van openbare dienstverplichtingen. Concreet, in dit geval, wordt Elia, de beheerder van het hoogspanningsnet, verplicht om de stroom van de windmolenparken aan te kopen tegen een veel hogere prijs dan de marktprijs[6]. Elia betaalt bedragen rond de 107 €/MW terwijl de prijs op de elektriciteitsbeurs rond de 40 €/MW schommelt.[7] Dit kost de burger miljarden euros, en verschijnt nergens in de begroting van de Staat. Het goede doel heiligt de middelen niet. Financiële verplichtingen opleggen aan energiebedrijven onder de mom van openbare dienstverplichtingen is “democratisch bedrog”. Het koninklijk besluit waarvan sprake hier werd door Olivier Deleuze (Ecolo) voorgesteld. Wanneer de energietaksen stijgen, wordt de terugbetaaltijd van energiebesparende investeringen kleiner. Dan neemt de mogelijkheid toe om “investering door derden” toe te passen[8]. Hiermee komt financiële ruimte vrij om die investeringen te bespoedigen. Men moet wel oppassen dat de private “third party financing”(TPF) bedrijven zich niet te sterk beperken tot de zeer rendabele interventies, en de meer diepgaande investeringen definitief terzijde laten. Sommige overheden, zoals de Stad Oostende[9], hebben initiatieven genomen om zelf een TPF-rol te spelen. Emissierechten In een systeem van emissierechten[10], worden de emissierechten gewoonlijk gratis onder de “vervuilers” verdeeld op basis van hun uitstoot in het verleden. Nadien kunnen ze certificaten verhandelen zodat de inspanning om emissies te verminderen op de meest geschikte plaats gebeurt. Dit systeem past goed voor de verdeling van de kwotas tussen de Staten over de wereld heen. Het is geen goede oplossing voor de vervuilers binnen het land. Een emissie-taks is beter. De verdeling van de emissierechten is een gevoelige politieke beslissing. Waarom moet iemand (een Staat, een bedrijf) meer cadeaux krijgen omdat hij in het verleden meer uitstootte? Dit leidt op zijn minst tot frustratie bij de meer propere actoren. Het kan zijn dat een grote vervuiler (tijdelijk) van een gunstregime moet genieten om de concurrentie aan te kunnen met buitenlanders. Maar dat kan evengoed gebeuren in een systeem van emissie-taksen als met emissie-rechten. Men kan namelijk een systeem van (gedeeltelijke) vrijstelling van emissie-taksen invoeren. Regelgeving De reglementering is zowiezo belangrijk, maar moet geen dictatoriale mono-cultuur worden. De ene dag wordt een gunstige fiscaliteit toegepast op Diesel, de andere dag wordt Diesel verboden… Men mag niet te uitsluitend werken met regelgeving. Dit zou trouwens fraude in de hand werken. De controle op de toepassing van regels en op de fiscaliteit is belangrijk. Het moet internationaal gestructureerd zijn. De officiële controle-organen moeten beschermd zijn tegen politieke inmenging (inclusief voor de benoemingen) en over voldoende middelen (inclusief juridische middelen) beschikken. Hoe hoger de boetes, hoe minder geld men zal moeten besteden aan extensieve controles. Klimaatbeleid is zodanig allesomvattend dat sommige politieke partijen voorstellen een klimaat-toets in te voeren voor elk overheidsinitiatief, op dezelfde manier als er nu een advies van de Inspectie Financiën moet gevraagd worden. Mobilisatie van de bevolking Om de medewerking van de bevolking te krijgen is efficiënte voorlichting nodig. De overheid kan best steunen op initiatieven van de basis. Een goede methode is het organiseren van project-oproepen, waarbij de beste gekwoteerden een voldoende subsidie krijgen. Bij de analyse van de projectvoorstellen moet er oog zijn voor de wetenschappelijke kwaliteit van de inhoud. Het klimaat is niet gediend met simplistische slogans. Halve waarheden zijn vaak complete leugens. Wij hebben bijvoorbeeld een pedagogisch kit gevonden waar technologie als vijand van duurzame ontwikkeling wordt afgeschilderd ! Een quality label voor duurzame producten is een goede maatregel, maar het moet “leesbaar” zijn voor de doorsnee burger. Er moet één enkel systeem zijn met een strenge controle. De overheid, de onderwijssector en de media mogen dan zeker meewerken om de label populair te maken. Waterbeleid Het waterbeleid zou in de toekomst, ook in onze landen, meer zorgen zou kunnen baren. Wij moeten bestand zijn tegen langere droogteperiodes. Dit heeft dus ook een band met de evolutie van het klimaat. Er bestaan internationale verdragen om de doorvoer van olie en aardgas (via pijpleidingen) te garanderen. De “Energy Charter Secretariat” werkt hieraan[11]. Het lijkt hoogtijd om hetzelfde te doen voor de doorvoer van water. Jean-Paul
Pinon, 3 september 2019 [1] Nasa Goddard Space Flight Center, Satellite sea level observations, since 1993. [2] Global and Regional Sea Level Rise Scenarios for the United States (PDF) (Report) (NOAA Technical Report NOS CO-OPS 083 ed.). National Oceanic and Atmospheric Administration. January 2017. [3] Met extra zonnepanelen kunnen sommige woningen zelfs meer produceren en een positief energiesaldo bereiken. [4] https://economie.fgov.be/nl/themas/energie/bevoorradingszekerheid/prospectieve-studie [5] Www.wecitizens.be/nieuwsbrief/N019-economische_waarde_van_een_leven.pdf [6] Artikel 14 van het Koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid. [7] Zie http://www.belpex.be/ , geraadpleegd op 30/8/2019. [8] Zie bijvoorbeeld : http://mem-envi.ulb.ac.be/Memoires_en_pdf/MFE_05_06/MFE_Quicheron_05_06.pdf [9] http://www.eeaward.be/wp-content/uploads/2017/03/Persdossierresultaten2012.pdf , blz 6. [10] In het Engels : Emmision Trading System (ETS) |
|