Artikel - Willen we dat België nog meer zou zijn dan een website.

Geplaatst op 16/03/2020 in Non classé @nl.

© IPM – Le Soir, Alice Dive & Vincent Rocour

Vertaald van het artikel dat door La Libre Belgique op 4/2/2020 online geplaatst is.

Dit artikel is gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk volgend gebruik moet onderworpen zijn aan een specifieke toestemming van de beheermaatschappij Copiepresse: info@copiepresse.be

 

Ons land is al meer dan een jaar op zoek naar een federale regering. Is dit strikt genomen een politieke crisis?

Dit is ontegenzeggelijk een crisis. Ik denk nog steeds dat de situatie in 2010-2011 geen crisis was, want het was niet de regeringsvorming die destijds meer dan 540 dagen heeft geduurd, maar de onderhandelingen over een staatshervorming. Na de slechte ervaringen van 2007-2008 hadden de Vlaamse partijen geëist dat de staat eerst werd hervormd voordat de regering werd gevormd. Er was geen sprake van een crisis. Iedereen was het erover eens dat er een regering zou worden gevormd. In het onderhavige geval hebben we te maken met één of zelfs twee crises, aangezien we enerzijds te maken hebben met de crisis die op 18 december 2018 begon met het vertrek van de N-VA, gevolgd door het uitblijven van een federale regering na de verkiezingen, en anderzijds met het feit dat de informatie- of preformatiemissies nu in een abnormaal traag tempo plaatsvinden. Deze crisis is des te opvallender omdat voor de verkiezingen de indruk werd gewekt dat bijna iedereen zich had bekeerd tot de klimaatcrisis en dat er op dit punt snel en krachtig moest worden opgetreden. We nemen hier niet eens het initiatief voor wat een ecologische overgangsregering zou kunnen zijn, waarvan de belangrijkste doelstelling zou zijn om de klimaat- en milieu-uitdagingen aan te gaan. Het is verontrustend om te zien dat politici regeringloos staan zonder dat ze daarbij de schijn van paniek wekken. Ongewild, geven ze te betekenen dat de representatieve democratie kan worden afgeschaft.

 

Er is toch een parlement…

Natuurlijk is dat zo. De democratie functioneert volledig op alle andere machtsniveaus en het parlement functioneert. We weten echter heel goed dat een parlement dat geen regering achter zich heeft om zijn initiatieven uit te voeren, wetten aanneemt die dode letter blijven. Het doel van een verkiezing is niet alleen het behalen van een regeringsmeerderheid, maar dat is toch het essentiële doel in het gewone functioneren van representatieve democratieën. Ofwel zijn onze politici olympisch kalm – wat een deugd is – ofwel willen ze niet toegeven dat de situatie zeer zorgwekkend is en dat we in België met een politieke crisis van ongekende ernst te maken hebben. Ik ken geen andere van deze aard en omvang.

 

Hoe kunnen we ons ten volle bewust zijn van wat er op het spel staat?

Momenteel staan we voor een uitdaging die zowel praktisch als principieel is. Er is een praktische uitdaging om partijen bijeen te brengen die niet bereid of in staat lijken te zijn om samen te regeren omdat ze zo verschillend zijn. Verder is er de principiële uitdaging die de constitutionalist Marc Uyttendaele van de ULB graag stelt, namelijk dat we partijen niet kunnen dwingen om te regeren met partijen die zich exact aan de andere kant van het politieke spectrum bevinden. Het praktische bezwaar is niet noodzakelijkerwijs doorslaggevend, maar principieel is het ingewikkelder. Ik hoor het argument dat partijen niet gedwongen kunnen worden om zich te verraden. Tegelijkertijd gaat het bij de democratie om een verdeling van de macht. Het is een competitie tussen alle ideeën, waarvan geen enkele a priori legitiem is. De verkiezingen bepalen het machtsevenwicht, maar het principe is dat iedereen moet kunnen deelnemen aan de vorming van de politieke wil, de wet en de regering. De onvermijdelijke compromissen van een regeringscoalitie zijn de essentie van het systeem, vooral in België, dat een evenredige vertegenwoordiging kent.

Het fundamentele probleem is wat ten grondslag ligt aan de Belgische institutionele opzet, namelijk de diepe scheiding tussen Vlamingen en Franstaligen, die alleen maar groter wordt. Zoals we in 2007-2010 hebben gezien, heeft dit geleid tot een bijna totale immobiliteit. Karel De Gucht (voormalig Open VLD-minister van Buitenlandse Zaken, nvdr) had in 2010 een zeer goede formulering om die situatie samen te vatten: “België heeft zich geleidelijk aan herleid tot een soort van permanente diplomatieke conferentie”. We praten met elkaar tussen Vlamingen en Franstaligen zoals we met elkaar praten tussen buitenlandse mogendheden.

Dit probleem wordt vergroot door de dispariteit in het kiesgedrag tussen Vlamingen en Frantaligen. Nochtans zijn de opinies in het noorden en het zuiden van het land, volgens mij, ten gronde niet zo verschillend.

 

Is ons kiesstelsel ook een van de oorzaken van deze crisis?

Het gaat niet om het proportionele systeem als zodanig, maar om de versnippering van de stemmen. Toen er nog 80% van de stemmen verdeeld waren over de drie belangrijkste politieke stromingen, was de samenstelling van een regering weinig gecompliceerd. Vandaag bedraagt het totaal van de drie traditionele politieke fracties 45 procent in de Kamer voor de verkiezingen van 25 mei 2019. Je hebt nu een versnippering in zes of zelfs zeven politieke stromingen, waaronder de milieubeweging, de rechts-populistische beweging en radicaal-links. Dat is een sociaal-politieke realiteit.

 

Moeten we besluiten dat de kiezer indirect verantwoordelijk is voor het ontstaan van deze crisis?

Ja, indirect. De kiezers zijn vrij in hun stemmen, en ze hebben dit resultaat niet gewild. Elke persoon heeft de stem uitgebracht die hij of zij wenselijk achtte en de dag na de verkiezing ontdekt iedereen wat de uitkomst van zijn of haar stem was en wat de stemmen van alle anderen waren. Een van de problemen die we hebben is dat we hetzelfde instrument gebruiken om veel verschillende dingen te zeggen. Dat is de stembusgang. Je kunt op de N-VA stemmen omdat je denkt dat ze een betere beheerder is, omdat je Vlaamse onafhankelijkheid wilt of omdat je instemt met haar anti-Waalse betoog. Je kunt ook op de N-VA stemmen omdat je Theo Francken en zijn xenofobe uitspraken bewondert.

 

U maakt duidelijk dat we in een impasse zitten. Is separatisme nu de enige uitweg?

Dat hoeft niet. We kunnen er zonder een radicale staatshervorming uitkomen, maar niet zonder een aanvullende staatshervorming. Er zijn nog steeds eisen van Vlaamse zijde en ongenoegens aan Waalse zijde. Er zijn problemen, blokkades en ongelukkige verdelingen van bevoegdheden. Er zijn dus manieren om de efficiëntie van het systeem te verbeteren. Daarnaast kunnen we ook correctiemechanismen in overweging nemen.

 

Welke? Een loting voor een aantal van de leden van het Parlement?

Met zo’n instrument is de werking radicaal anders: er is geen sprake van een verkiezing, maar van een aanwijzing door loting. Het vermijdt bepaalde gebreken in het systeem, zoals demagogie, leugens en valse beloften. Het voordeel van de verkiezingen verliezen we daarentegen, namelijk de keuze van degenen die u het beste lijken of die het dichtst bij uw politieke wil staan. Het is een interessant alternatief, maar als we besluiten om amateurs een politieke rol te laten spelen, hebben we middelen nodig om hen te wapenen. Ik zou het ook kunnen hebben over de oprichting van een federaal kiesstelsel dat, als het volledig wordt uitgevoerd met een voldoende aantal betrokken parlementsleden en met de verplichting om campagne te voeren in beide delen van het land, de twee gemeenschappen dichter bij elkaar zou moeten brengen. De vraag is of we nog op tijd zijn.

 

Omdat het te laat zou zijn?

Het is niet zeker dat er onder de partijen, die de Grondwet met tweederde van de stemmen zouden kunnen herzien om zo’n federaal kiesdistrict mogelijk te maken, voldoende wil is om België te laten functioneren.

 

Op dit moment lijkt er geen meerderheid te zijn in Vlaanderen.

Dat is waar, maar dat kan veranderen. Stel dat er over een jaar geen federale regering is. Dan moet er iets anders worden gevonden.

 

Zijn er andere mogelijke correctiemechanismen?

Als het onmogelijk blijkt om op vrijwillige basis een federale regering op te richten, moeten we misschien nadenken over meer bindende vormen. In Zwitserland is de samenstelling van de Federale Raad, het uitvoerend orgaan van de Confederatie, evenredig met die van het Parlement. Er zijn dus verschillende technische oplossingen. Als de hervorming zich beperkt tot een functioneel aspect, wordt het probleem niet fundamenteel opgelost.

 

En wat is het fundamenteel probleem?

Het is het behoud – of niet – van een België dat meer is dan een website. We kunnen blijven doorgaan van hervorming naar hervorming, waarbij we telkens weer onderhandelen over vrede tussen de vijanden en waarbij telkens meer autonomie wordt gegeven aan de gewesten en gemeenschappen. Het zou in ieders belang zijn om tot een formele consensus te komen in plaats van tot de gebruikelijke dubbelzinnigheden.

 

Is deze crisis een teken dat de zin voor compromissen verloren is?

Vlaanderen wilde gemeenschappen die de taal en de cultuur zouden beschermen. Wallonië wenste gewesten, die de economische en territoriale belangen zouden beschermen. We hebben zowel gemeenschappen als gewesten opgericht. Een federalisme met twee soorten overlappende instellingen is uniek in de wereld. De essentie van het Belgische federalisme is dat eenieder verantwoordelijk is voor zijn eigen grondgebied en zijn eigen bevoegdheden zonder een hiërarchie van normen of een federaal orgaan om te arbitreren. Is dat echt een compromis, of de vervulling van categorische eisen? Misschien hebben we de merites van de compromissen naar Belgisch model te zeer verheerlijkt.

 

Is het spel afgelopen?

Ik zeg niet dat België niet meer in staat is om grote compromissen te sluiten. Ik zeg alleen maar dat de gunstige voorwaarden voor sociale compromissen niet meer aanwezig zijn en dat het succes van onze grote filosofische of communautaire compromissen minder groot is dan wat vaak wordt verkondigd. Als we uit de crisis willen komen, moeten we tussen de Vlamingen en de Franstaligen de bereidheid vinden om België op een positieve manier te laten leven. Dat veronderstelt een minimum aan wederzijdse erkenning tussen partners die verschillende belangen hebben. De vraag is hoe we deze bereidheid kunnen doen herleven.

 

Gesprek met Vincent de Coorebyter, filosoof en voormalige directeur van CRISP

Reacties zijn gesloten.