Artikel - Financiering van de partijen

Geplaatst op 19/06/2018 in De overheidsfinanciën begrijpen, geen categorie, Non classé @nl.

Het gebrek aan financiële transparantie van de politieke partijen komt vaak ter sprake. Hier zien we hoeveel iedere partij heeft ontvangen, wat de wet aangeeft en wat de belemmeringen voor transparantie zijn. Is het financieringsstelsel democratisch? Is de financiering gerechtvaardigd ?

 

In een tabel vatten we alle rekeningen samen van de partijen die subsidies ontvangen. Een eerste les is het totale aantal subsidies aan de partijen: 65,3 miljoen euro in 2013. De drie grootste begunstigden zijn: de PS (9,95 miljoen), de N-VA (9,33 miljoen) en CD&V (7,62 miljoen). De federale subsidies vertegenwoordigen ongeveer 6,6 euro per stem die de partij tijdens de verkiezingen heeft weten te bemachtigen. Alle partijen schommelen rond dat bedrag, behalve de kleine partijen (PTB, PP enz.) die niets krijgen.

In 2014 zijn sommige regels over de financiering van de partijen in het kader van de Zesde Staatshervorming veranderd. De onderzoekers die de gevolgen hebben berekend, schatten dat de partijen algemeen 4 miljoen per jaar meer zullen ontvangen. Die bevinding wordt echter betwist door … de partijen.

De wet van 4 juli 1989 schrijft een transparantieverplichting voor aan de partijen die een federale dotatie ontvangen. Zij moeten een vzw aanduiden en dat verzamelpunt van subsidies moet bij het parlement een gefundeerd financieel rapport indienen. De kenmerkende elementen zijn de overkoepelende vzw van de partij, de studiedienst, de parlementaire politieke groepen, eventueel de politieke groepen binnen de provincieraden en de arrondissementele afdelingen van de partij. Die rekeningen worden in de parlementaire stukken gepubliceerd.

Toen hij voorzitter van de Kamer was, heeft dhr. Herman Decroo de wet van 23 maart 2007 opgesteld die de wet van 27 juni 1921 betreffende de vzw’s wijzigt. Op zijn voorstel worden de vzw’s van de politieke partijen vrijgesteld van de verplichting om hun rekeningen in te dienen net zoals de andere. Dhr. Decroo beroept zich op juridisch-technische problemen: een gebrek aan harmonisatie van de twee wetteksten die de publicatie van de rekeningen van de politieke vzw’s regelt. Hij erkent dus de slechte kwaliteit ervan. In plaats van de kwaliteit te verbeteren, creëert hij echter een opvallende uitzondering ten voordele van de partijen. Daarmee verergert hij de toestand. Zo treedt hij tot de categorie van politici toe die de bevolking regels opleggen waarvan ze zichzelf vrijstellen. Het feit dat die wet van 23 maart 2007 unaniem werd aanvaard, steekt. Dat alles zal echter weinig zoden aan de dijk hebben gezet, want gestimuleerd door de Raad van Europa werd de wet ondertussen gewijzigd. Zo moesten de partijen vanaf 2015 worden verplicht om hun balansen en resultatenrekeningen van ieder element afzonderlijk te publiceren, bovenop de geconsolideerde balans.

 

Opdat een werkelijke transparantie wordt verzekerd, moeten volledige gegevens op een gemakkelijk toegankelijke en begrijpelijke manier aan het publiek worden voorgesteld. Er werd echter vastgesteld dat geen enkele website van geen enkele partij de rekeningen voorstelt. Op internet hebben we geen gebruikersvriendelijke website gevonden die op permanente basis over de rekeningen informeert. WeCitizens stelt zich kandidaat om daarvoor te zorgen mits ze de middelen vindt om zulke dienst mee te financieren.

 

Partijen zonder parlementslid krijgen geen subsidies. De belemmeringen van het huidige bestuur maken het moeilijk, zelfs heel moeilijk om een nieuwe partij op te richten: een kiesdrempel van 5% in de kieskring om aanspraak op een zetel te maken en om dus een minimum aan subsidies te mogen ontvangen. Daar komt bij dat de kieskringen in Wallonië heel klein zijn. Voor de kieskring Neufchâteau – Virton zijn er slechts twee zetels in het Waals parlement. Moeilijk dus voor een kleine partij om er een zetel te bemachtigen …

 

Daar komt bij dat bepaalde subsidies alleen worden toegekend aan partijen met een ‘politieke groep’ die uit voldoende parlementsleden bestaat waardoor kleinere partijen daarvan dus ook worden beroofd. Men kan zich afvragen of het niet eenvoudiger en democratischer is om alle subsidies naar rata van het aantal behaalde stemmen toe te kennen.

 

De enige subsidie die wettelijk verankerd is, is de federale dotatie. Andere vormen van overheidssubsidies zijn voornamelijk door verordeningen en besluiten van het bureau van de verschillende parlementen geregeld. Die zijn veel minder transparant.

 

Essentiëler is de vraag of het niet logischer is dat de partijen van de bijdragen van hun leden leven. Zoals onze tabel weergeeft, worden de partijen gemiddeld naar rato van 3% door de bijdragen van hun leden gefinancierd. Als zij er zijn om de belangen van de burgers te verdedigen, zouden zij dan niet in staat moeten zijn om hun troepen te mobiliseren? Zijn we niet bezig de bevolking tot maatschappelijke assistenten te bekeren die niet in staat zijn om een cent aan een doel te spenderen? Is de breuk tussen burger en politiek niet onder andere afkomstig van die onafhankelijkheidstoestand die de partijen ten opzichte van de bevolking hebben bekrachtigd? Het is gemakkelijker geld in de vorm van belastingen afhandig te maken dan om de mensen voor openbare aangelegenheden warm te maken en hen ervan te overtuigen zich niet te ontzien.

 

Jean-Paul Pinon, 2 januari 2016

 

Reacties zijn gesloten.