Campagne - Gebrekkige overheidsdiensten

  • "Like" deze campagne om ze te promoten.

    Hebt u geen Facebook-account? Schrijf u in!

  • U kunt deze campagne financieel steunen

    Doe een gift en zeg ons voor welke campagne die bestemd is.

.

Stakingen in het openbaar vervoer

Geplaatst op 11/02/2015 in Minimumdienst bij het openbaar vervoer.

De herhaaldelijke stakingen tegen de regering doen het debat over het stakingsrecht oplaaien. Drie aspecten zijn daarbij belangrijk: de minimale dienstverlening, de politieke stakingen en de houding van de overheid tegenover de misbruiken. De vzw WijBurgers heeft de positie van de wetten, de burgers en de ministers geanalyseerd. Geen enkele sanctionering van misbruiken werd vastgesteld. WijBurgers lanceert een oproep tot “crowdfunding” via het platform Indiegogo om zo druk uit te oefenen op de overheid.

Img-Narr-2-Newsletter-Crowdfunding

Bevinding

In de openbare diensten ontketenen stakingen van het personeel soms zonder inachtneming van de overeengekomen aankondiging. En dat ten koste van de gebruikers die vaak geen alternatief ter beschikking hebben, zoals het geval is bij monopoliediensten, waaronder het openbaar vervoer. De RSZ biedt statistische gegevens aan over de stakingsdagen, maar niet over het “wilde” karakter ervan. Tussen 2001 en 2010 heeft België gemiddeld 240 107 stakingsdagen per jaar gekend. In 2011 werd dat aantal met 2,36 vermenigvuldigd en werd het record van 383 207 stakingsdagen gehaald. Onder de regering-Di Rupo zijn er 732.457 dagen gestaakt. Voor 2013 telt de NMBS 18 stakingsacties, waarvan twee spontane acties zonder aankondiging.

Voor de socialisten en de vakbonden is het stakingsrecht fundamenteel en onaantastbaar. Werkgevers o.a. zijn vragers van een strengere regulering van het stakingsrecht. Zoals te zien in de peiling hieronder, vraagt de overgrote meerderheid van de bevolking naar een voorziening in minimale dienstverlening. Figuren uit de politieke rechtervleugel wensen dat de vakbonden rechtspersoonlijkheid krijgen.

Zoals vrijheid altijd wordt geassocieerd met verantwoordelijkheid, zo worden rechten altijd gekoppeld aan plichten. In een beschaafd land waarborgt de overheid de naleving van beide.

WijBurgers hecht zeer veel waarde aan de dialoog (en zelfs aan een aantal vormen van directe democratie). Als de sociale dialoog soms ontoereikend is, zijn wij van mening dat de dialoog ook gering is in andere belangrijke materies zoals bijvoorbeeld de hoogte van de belasting.

Wettelijke aansprakelijkheid van de vakbonden

Volgens professor Filip Dorssemont zijn de vakbonden op dit moment al “rechtspersonen met beperkte aansprakelijkheid”. Zij zitten niet in een juridisch vacuüm. Het moet ook duidelijk zijn dat de vakbonden niet verantwoordelijk zijn voor de feiten en acties van hun leden. Ze kunnen dus alleen verantwoordelijk worden gesteld voor hun eigen acties.

In Frankrijk wordt het stakingsrecht beschouwd als een recht van elke burger. Met andere woorden, een staking is er niet in de eerste instantie een actie van de vakbonden, maar van de werknemers. In België is dat ook min of meer het geval.

Volksvertegenwoordiger Aldo Carcacci (PP) heeft echter op 9 januari 2015 een wetsvoorstel ingediend om het recht op arbeid te waarborgen en om de rechtspersoonlijkheid aan de vakbonden op te leggen.

Politieke stakingen

Als een kleine minderheid (bijvoorbeeld de werknemers van het openbaar vervoer) de bevolking gijzelt ten gunste van haar politieke eisen, dan is er een distorsie van de democratie. Andere burgers hebben niet de mogelijkheid om met “gelijke wapens” te strijden en moeten zich tevreden stellen met bijvoorbeeld manifestaties om hun standpunten te verdedigen.

Zuivere politieke stakingen vallen niet binnen het toepassingsgebied van de beginselen van de vakbondsvrijheid. De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft echter de stelling verworpen volgens dewelke het stakingsrecht zou worden beperkt tot conflicten die tot een collectieve overeenkomst zouden kunnen leiden. “Het verbod op een nationale staking om te protesteren tegen de sociale gevolgen van het economisch beleid van de regering zou een ernstige schending van de vakbondsvrijheid vormen”.

Belgische en buitenlandse reglementering betreffende de minimale dienstverlening

Art. 31 van het Europees Sociaal Handvest machtigt beperkingen op het stakingsrecht als ze het gevolg zijn van een wet en in verhouding staan tot de verplichtingen van algemeen belang. In Duitsland hebben ambtenaren geen stakingsrecht aangezien ze werkzekerheid genieten en ze verplicht zijn om de openbare dienstverlening te verzekeren. Het Europees Hof van Justitie heeft strikte voorwaarden opgelegd aan stakingsacties die het vrije verkeer binnen de Europese Unie kunnen verhinderen.

De wet van 19/08/1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd stelt de regering in staat om uitsluitend privéondernemingen en het personeel ervan in welbepaalde gevallen op te vorderen. In België bestaan er al mechanismen, bijvoorbeeld voor de gezondheidszorg, de water- en elektriciteitsvoorziening en de politiediensten, die het fundamentele stakingsrecht met het algemeen belang verzoenen. (Itinera, 20/5/2008)

In buurlanden bestaan er wetgevingen die, bij stakingen van het personeel, een minimumdienstverlening opleggen voor “belangrijke lijnen tijdens de spitsuren”. De overheid moet het minimumaanbod adequaat bepalen. Ze moet ook voorzien in de uitvoeringswijzen : met het personeel dat het voornemen heeft uitgesproken om te gaan staken en/of met de medewerking van privéondernemingen.

In 2011 en 2013 zijn wetvoorstellen voor de invoering van een minimale dienstverlening in ondernemingen die zich bezighouden met diensten van algemeen belang ingediend door twee afgevaardigden van Open VLD (Maggie De Block, Sabien Lahaye-Battheu), vijf afgevaardigden van N-VA (Bert Maertens, Bert Wollants, Minneke De Ridder, Theo Francken et Steven Vandeput) en zes afgevaardigden van MR (Olivier Destrebecq, Valérie De Bue, Philippe Goffin, Jacqueline Galant, Denis Ducarme et Luc Gustin).

Afgevaardigde Vanessa Matz (cdH) heeft op 12/1/2015 eenvoorstel voor een minimale dienstverlening in gevangenissen ingediend

Peiling betreffende de minimale dienstverlening

Screenshot 2015-02-11 17.42.54In de Kieswijzer van mei 2014 stond de bewering “Bij staking in openbare diensten (bijvoorbeeld openbaar vervoer) moet er een minimale dienstverlening zijn opdat de negatieve gevolgen voor de burgers beperkt blijven”. Na weging van de steekproef met 18.630 respondenten, kan de volgende grafiek als de trouwe weergave worden beschouwd van de mening van de Belgische bevolking.

31% van de respondenten (ruwe steekproef) vond de kwestie “heel belangrijk” terwijl 16% ze “weinig belangrijk” vond voor de verkiezing van de kandidaten.

Overheidsprogramma’s

Hoofdstuk 10.2 van het akkoord van de federale overheid is aan de spoorwegen gewijd. Het vermeldt: “Het sociaal protocolakkoord met als doel wilde stakingen te voorkomen zal worden opgenomen in de beheerscontracten en de wet. De regering zal aan de twee openbare spoorwegondernemingen vragen om, in overleg met de sociale partners, een voorstel te formuleren voor een gegarandeerde dienstverlening bij stakingen. Indien geen overeenkomst binnen een redelijke termijn kan worden bereikt, dan zal de regering zelf een wetsinitiatief opnemen”.

Hoofdstuk XXVI.1 van de gewestelijke beleidsverklaring 2014-2019 van Wallonië bepaalt: “De regering zal alles in het werk stellen om de kwaliteit en de continuïteit van de openbare dienst ten behoeve van alle gebruikers te verbeteren. Om dat doel te bereiken, zal de regering zich richten op de sociale dialoog en de daadwerkelijke uitvoering van de protocollen en de collectieve arbeidsovereenkomsten”.

De overheidsprogramma’s van Vlaanderen en Brussel blijven impliciet wat stakingen betreft. De ministers die in die gewesten voor het openbaar vervoer bevoegd zijn, hebben onze vragen niet beantwoord: de heren Ben Weyts (Vlaanderen) en Pascal Smet (Brussel).

Positie van de federale minister bevoegd voor openbaar vervoer

Mevrouw Jacqueline Galant, federaal minister van Mobiliteit, benadrukt dat het regeerakkoord 117 keer het woord “raadpleging” telt. “Stakingen zijn naar mijn mening de ultieme toevlucht. Echter, sinds de vorming van de nieuwe regering zijn er stakingen uitgebroken”. Ze is van mening dat de regering meer democratische legitimiteit heeft om de koers van de openbare diensten vast te stellen. “Ik heb de NMBS en Infrabel de opdracht gegeven om, in samenwerking met de sociale partners, een voorstel uit te werken om een dienstverlening aan klanten in geval van stakingen te garanderen. Ik zal ervoor pleiten dat de voorziene sancties bij wilde stakingen daadwerkelijk worden toegepast. We mogen de klant niet overvallen”.

De minister weet niet of de NMBS effectief de “wilde stakers” heeft bestraft.

Positie van de Vlaamse minister bevoegd voor het openbaar vervoer

De minister werd tevergeefs ondervraagd.

Positie van de Waalse minister bevoegd voor het openbaar vervoer

De Waalse regering en de TEC-groep hebben een programma ingesteld ter verbetering van de sociale dialoog (AMEDIS) waarbij de frequentie van de wilde stakingen is afgenomen: van 20 dagen in 2005 tot 10 in 2013. Van 2009 tot 2014 was de heer Philippe Henry bevoegd minister voor Mobiliteit.

Voor het parlement heeft Carlo Di Antonio, minister van Mobiliteit in Wallonië, verklaard dat de minderheid van de stakers die bussen van de TEC Luik-Verviers op het einde van de wilde staking van 25 november 2015 hebben beschadigd “niet langer hun plaats hebben in de openbare dienst zoals we die willen verlenen aan de Waalse burgers”. Hij riep de SRWT op om de dialoog met kracht voort te zetten en om sancties in te nemen: ontslag wegens grove fout voor eenieder die zich schuldig maakt aan opzettelijk toegebrachte schade aan materiaal of uitrusting. De minister weet echter nog niet of er iemand daadwerkelijk door de TEC is ontslagen.

Voor de heer Di Antonio moeten disciplinaire maatregelen worden getroffen tegenover hen die de bestaande overlegprocedures niet respecteren, met inbegrip van die personen die hun collega’s verhinderen om toegang te krijgen tot hun werk.

De heer Di Antonio zal over een verhoging van de boetes onderhandelen die verschuldigd zijn door de SRWT (Société Régionale Wallonne des Transports) voor de onderbreking van de dienstverlening. We hebben hem erop gewezen dat de sancties die uit de wilde stakingen voortvloeien, niet door de gemeenschap (reizigers, belastingbetalers of aandeelhouders van de SRWT) mogen worden gedragen, maar wel door degenen die de misbruiken plegen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de SRWT een schadevergoeding door de schuldigen vordert. De minister is er zich niet van bewust dat de SRWT legale acties heeft ondernomen om die schadevergoedingen te verkrijgen.

Op 17 november 2014 hebben zes Waalse parlementsleden van de MR een voorstel van decreet ingediend met het oog op de invoering van een minimale dienstverlening in het openbaar vervoer en de compensatie voor de reizigers. De parlementsleden zijn: F. Bellot, V. De Bue, Ph. Dodrimont, P.Y. Jeholet, O. Maroy et N. Tzanetatos.

Positie van de Brusselse minister bevoegd voor openbaar vervoer

Minister Pascal Smet (sp.a) heeft niet de intentie om de “wilde stakers” te bestraffen, noch om initiatieven te nemen voor een minimale dienstverlening.

Crowdfunding

De vereniging WijBurgers is van plan de druk op de politici te verhogen door regelmatig de resultaten van hun initiatieven te publiceren. Diegenen die een minimale dienstverlening wensen alsook de misbruiken bestraft willen zien, kunnen WijBurgers steunen via het platform van crowdfunding Indiegogo.